Blog

De toegang tot het patiëntendossier door nabestaanden van een overleden patiënt

Na het overlijden van een patiënt stellen de nabestaanden zich vaak de vraag of zij toegang kunnen krijgen tot het patiëntendossier van de overledene. Een inzage kan nuttig zijn om te weten of de aandoening waaraan de patiënt is overleden erfelijk is, om de juiste oorzaak van het overlijden te kennen voor de uitkering van een levensverzekering, om na te gaan of er een medische fout werd begaan, enzovoort. 

 

Artikel 9, §4 Wet Patiëntenrechten bepaalt dat de nabestaanden onder bepaalde, zeer strikte, voorwaarden toegang krijgen tot het patiëntendossier van de overledene. Het gaat hier om de echtgenote, de wettelijk samenwonende partner, de partner en de bloedverwanten tot en met de tweede graad (ouders, grootouders, broers en zussen, kinderen en kleinkinderen). De zeer strikte voorwaarden zijn: 

 

  • de aanvraag om toegang te krijgen tot het patiëntendossier moet voldoende gemotiveerd en gespecificeerd zijn; 
  • de toegang tot het patiëntendossier is onrechtstreeks of indirect van aard. Dit betekent dat er door de aanvrager een beroepsbeoefenaar moet worden aangewezen die het dossier zal inkijken (bijvoorbeeld een huisarts); 
  • de patiënt mag zich niet uitdrukkelijk tegen een inzage hebben verzet. 

 

Als aan al deze voorwaarden is voldaan, kunnen nabestaande inzage krijgen tot het patiëntendossier. Wij merken wel op dat dit een onrechtstreeks inzagerecht is. Er is géén recht op een afschrift van het patiëntendossier.